MIndset is Hot! In mijn werk, maar ook op scholen wordt mindset (te pas en te onpas) genoemd. Er zijn mindset-kaartjes te koop, mindset-spellen en in elke vorm van voorlichting aan scholen wordt gevraagd om mindset-educatie.

Maar wat bedoelen we daar eigenlijk mee? Wie, wat waar mindset? Een korte samenvatting:

De ‘uitvinder’ van de mindsettheorie is Carol Dweck.

Dweck vroeg zich af:  ‘Wat gaat er in het hoofd van de kinderen om, juist op het moment van een faalervaring? Waarom ziet de ene leerling een faalervaring als een uitdaging en wordt zelfs gestimuleerd door tegenslag, waar de andere leerling moeilijke opdrachten juist ontwijkt en opgeeft bij een mislukte poging een opdracht te voltooien?’ Dweck’s conclusie: mindset.  In haar onderzoek concludeert zij dat mensen verschillende mindsets hebben:

·         Een fixed mindset  of

·         Een growth mindset

De mindset die een persoon heeft levert grote verschillen op voor de manier waarop mensen omgaan met uitdagingen, tegenslag en motivatie, zo zegt Dweck.

Fixed mindset

De fixed mindset is een mindset die ervan uitgaat dat intelligentie een vast en onveranderbaar gegeven is. Iedereen heeft er een bepaalde hoeveelheid van en daar moet je het mee doen in je leven. Je kunt het niet veranderen.  Uitdagingen zijn bij deze mindset een bedreiging voor het zelfbeeld. Deze mindset wordt in stand gehouden als wij hen makkelijke successen te laten behalen en hen telkens weer te prijzen om hun intelligentie (Dweck, 2000).  Hierbij komt gedrag als makkelijk opgeven, inspanning niet waarderen, kritiek naast je neerleggen, maar ook je bedreigt voelen door het succes van anderen.

Growth mindset

De growth mindset daarentegen, is een denkwijze waarbij men gelooft dat intelligentie niet een vast gegeven is, maar voor een groot deel maakbaar. Door te leren, uitdagingen aan te gaan en door te zetten bij tegenslagen, groeit je intelligentie en groeien je mogelijkheden. Mensen met een growth minset gaan  onder meer uitdagingen aan, leren van kritiek en geven niet op bij tegenwind.

Dweck’s onderzoek laat zien, dat het doel van de leerlingen met een fixed mindset, de prestatie is.  Voor de kinderen met een growth mindset daarentegen, is leren het doel. Zij blijven proberen, voor hen is het niet belangrijk het gevoel te hebben dat ze ergens goed in zijn om door te zetten. Voor hen is het doel leren, niet bewijzen dat ze intelligent zijn.

Dweck zag in haar onderzoek dat het wel degelijk mogelijk is de mindset van kinderen te veranderen. Om een fixed mindset van iemand om te buigen naar een growth mindset. Zij liet zien dat dit te bereiken is door leerlingen in te laten zien dat inspanning een voldaan gevoel kunnen geven, om van uitdagingen te genieten en om van fouten te willen leren.

Volgens Dweck kan dat zelfs  met een eenvoudige lessen. Lessen waarin leerlingen geleerd wordt hoe hersenen werken, dat het brein iedere dag en door iedere leerervaring nieuwe verbindingen aanlegt en effectiever gaat werken. Dat het door hun eigen inspanningen mogelijk is hun intelligentie te laten groeien. De resultaten van de lessen zijn overtuigend.  Onderzoekt toont aan dat kinderen niet alleen met meer inzet en betere strategieën gaan werken, maar ook dat hun leerrendementen stijgen (Hopkins, 2005).

Meer dan mindset alleen

Dweck bedacht dat leerlingen wellicht naast verschillende mindsets (of in het verlengde van verschillende mindsets) verschillende doelen voor ogen hebben, als het om presteren gaat. Dat de doelen die leerlingen nastreven misschien ook wel hulpeloze of doorzettende reacties veroorzaken. Zij zag bij leerlingen grofweg twee soorten doelstellingen. Zij hadden een leerdoelstelling  of een imagodoelstelling

Bij een imagodoelstelling zijn mensen uit op een positieve uitingen over hun competentie, en willen zij negatieve beoordelingen juist vermijden. Zij vinden het belangrijk ‘slim’ gevonden te worden. Zij gaan veelal uitdagingen uit de weg, uit angst het wellicht niet tot een goed einde te brengen en dan het predicaat ‘slim’ te verliezen. Of kiezen voor opdrachten die voor anderen moeilijk zijn, maar voor henzelf eenvoudig tot een goed einde te brengen zijn. Met een leerdoelstelling daarentegen, wil de leerling juist telkens zijn competentie vergroten. ‘Van proberen kun je leren’, lijkt het devies van leerlingen met een leerdoelstelling te zijn. Zij hebben simpelweg het verlangen om slimmer/beter te worden. Intelligentie is voor hen als spierkracht: door je hersenen te gebruiken – door je actief in leersituaties te begeven- vergroot je je mentale capaciteiten. Een zeer belangrijk inzicht uit Dwecks werk is dat leerlingen met een leerdoelstelling niet bij voorbaat hoeven te denken dat zij ergens goed in zijn, om vol te kunnen houden en door te zetten, hun doel is leren, niet laten zien dat zij slim zijn!

Daar te kijken naar de mindset en de doelen die leerlingen stellen, en hierin in te grijpen, door ze alternatieve denkwijze te bieden en te laten zien hoe het brein werkt, is het volgens Dweck mogelijk om tot betere resultaten, meer motivatie en heel belangrijk een beter zelfbeeld te komen.

In de praktijk is er meestal geen sprake van een growth óf een fixed mindset, maar hebben mensen per gebeurtenis of uitdaging één bepaalde dominante mindset. De meeste mensen zijn dus niet of fixed of growth maar veelal een combinatie van beide. En dat is maar goed ook, want dan valt er daar ook nog wat leren;-)

 

Heleen